Ga naar inhoud

Zevenaar - Steenheuvel

Tussen Zevenaar en Oud Zevenaar ligt de ‘Steenheuvel’. Deze naam verraadt een hoge ouderdom: vroegere bewoners hadden last van ‘stenige’ kleigrond, veroorzaakt door scherven van aardewerk. Opgravingen van amateurarcheologen vanaf 1979 maken duidelijk dat deze plek bewoond is geweest van de ijzertijd tot en met de laat-Romeinse tijd (ca. 700 voor Chr. – 500 na Chr). Tot de vondsten behoren fragmenten van glazen La Tène armbanden, typerend voor het Gelderse rivierengebied in de 1e eeuw voor Chr. Stukjes leem met afdrukken van twijgen duiden op woonhuizen met wanden van vlechtwerk, waarbij gevlochten takken zijn aangesmeerd met leem.


Deze ijzeren ploegschaar, gevonden op de Steenheuvel, duidt op landbouwactiviteit. (Jan Verhagen)


Romeins aardewerk, met links een (afgesleten) bord van terra sigillata. (Jan Verhagen)

Scherven uit de 2e en 3e eeuw maken duidelijk dat het huishouden in deze periode vooral bestond uit inheems servies, maar ook met typisch Romeinse producten zoals terra sigillata borden, amforen, dolia (grote voorraadvaten) en wrijfschalen. De Romeinse invloed blijkt ook uit de vondst van munten. Verder legden de archeologen een waterput bloot, gemaakt van een uitgeholde eikenstam. Daarin vonden ze aardewerkscherven, twee runderschedels, stukken bewerkt hout en een gewicht voor een weefgetouw. Een andere opmerkelijke vondst bestaat uit twee mooi versierde laat-Romeinse bronzen naalden. Eind 5e eeuw werd de nederzetting verlaten.

Bronnen en verwijzingen

Literatuur

  • Verhagen, J., 1986. Het ontstaan van Zevenaar. In: A. Akkermans, M. van den Heuvel en G. Krosenbrink (red.). Zevenaar, stad in de Liemers. Zutphen, 33-49.