Tiel-Passewaaij
De opgraving voorafgaand aan de nieuwbouwwijk Passewaaij in Tiel heeft een schat aan kennis opgeleverd over de ontwikkeling van een plattelandsnederzetting in de Romeinse tijd. In de 1e eeuw woonden er weliswaar Bataven, maar vrijwel alles ademende nog ijzertijd. Pas na de Bataafse Opstand kwam de Romanisering (de versmelting met de klassieke Romeinse cultuur) in een stroomversnelling. De bewoners oriënteerden zich steeds meer op externe markten en gingen zich toeleggen op het fokken van paarden. Waarschijnlijk gebeurde dat onder impuls van teruggekeerde Bataafse veteranen uit het Romeinse leger.
Impressie van de nederzetting, met in het midden twee boerderijen, links het grafveld en op de voorgrond wat akkers (Mikko Kriek)
Romeins importaardewerk uit crematiegraven: een teken van Romanisering (Valkhof Museum en Provinciaal Depot).
De nederzetting kende een aantal uitbreidingsfasen, waarbij zich twee kernen ontwikkelden aan weerszijde van een gemeenschappelijk grafveld. Zelfs in de grootste uitbreiding bleef de omvang beperkt tot vier à vijf gelijktijdige boerderijen. Wel zien we vanaf het eind van de 1e eeuw steeds meer de hand van de Romeinse overheid, die zorgde voor een nieuwe landindeling met ruimere en strak geordende percelen. De aanleg van een graanschuur (horreum) wijst op surplusproductie voor stadsbewoners en het leger, in dit geval van emmertarwe en gerst. Emmertarwe vormde een van de basisingrediënten voor soldatenkost, en gerst was nodig als voedsel voor paarden en het bereiden van bier.
Ook voor de laat-Romeinse tijd gidst Passewaaij ons door de geschiedenis. Halverwege de 3e eeuw stond hier nog maar 1 boerderij, een teken dat het allemaal niet zo best ging in onze streken. Dat kwam vooral door een combinatie slechtere natuurlijke omstandigheden (zoals overstromingen) en dreigende invallen van Germanen/Franken. Maar omdat diezelfde Franken zich ook vestigden in de nederzetting, zorgden ook voor continuering ervan. Zo staat Passewaaij ook model voor de Frankisering van de maatschappij in laat-Romeinse tijd.
Sleutel met kunstig bewerkt handvat in de vorm van een zwijnenkop en het hoofd van Silenus (Flipje en Streekmuseum Tiel)
Bronnen en verwijzingen
Literatuur
-
Roymans, N., T. Derks & S. Heeren (red.), 2007. Opgravingen te Tiel-Passewaaij. Een Bataafse plattelandsgemeenschap in de wereld van het Romeinse rijk. Utrecht.
-
Heeren, S. (red.), 2007. De nederzetting aan de Passewaaijse Hogeweg. Opgravingen bij Tiel-Passewaaij 1. ZAR 29. Amsterdam.
Meer Regio Betuwe
-
Kesteren
KesterenBinnen de Neder-Germaanse limes vormt Kesteren een geval apart. Opgravingen laten zien dat hier in de Romeinse tijd volop activiteit is geweest, zowel militair als civiel.
-
Culemborg Voorkoop
Culemborg VoorkoopVoorafgaand aan de aanleg van de wijk Voorkoop hebben archeologen in 1971 een veldkartering uitgevoerd. Daarbij zijn veel Romeinse vondsten gedaan, zoals aardewerk (zowel handgevormd als terra sigillata), glaswerk en een maalsteen.
-
Maurik – De Woerd
Maurik – De WoerdJan Hendrik Holwerda groef tussen Rijswijk en Maurik met behulp van plaatselijke arbeiders een ‘Bataafsche nederzetting’ op. Hij legde daarbij een groot aantal sporen van gebouwen, greppels en ‘palissaden’ bloot.
-
Geldermalsen centrum
Geldermalsen centrumBij zandafgravingen op het landgoed Bottesteyn, begin 20e eeuw, kwamen tal van Romeinse voorwerpen tevoorschijn.
-
IJzendoorn - Binnenwaard
IJzendoorn - BinnenwaardVanaf de jaren ’60 zijn de uiterwaarden van IJzendoorn – bekend als de Binnenwaard – het doelwit geworden van grootschalige ontzandingen. Dat heeft geleid tot een aantal opvallende, losse vondsten.
-
Hien
HienEven ten oosten van Dodewaard, in het gehucht Hien, heeft de Historische Kring Kesteren en Omstreken zich in 1976 ontfermd over een zojuist gerooide boomgaard.
-
Maurik - Castellum
Maurik - CastellumTijdens zandwinning in een oude Rijnarm bij Maurik in 1972 zijn talloze Romeinse vondsten gedaan. Vrijwel zonder uitzondering komen ze uit baggerstort en zijn ze veiliggesteld door plaatselijke amateurs.
-
Culemborg - Caetshage
Culemborg - CaetshageHet terrein van het voormalige middeleeuwse kasteel Caetshage, waar nu de gelijknamige stadsboerderij staat, is al eeuwenlang bewoond. In de Romeinse tijd lag hier een grafveld.
-
Maurik - Oost
Maurik - OostOnderzoek op het Bedrijventerrein Oost in Maurik heeft aangetoond dat hier een grafveld lag uit de 1e en 2e eeuw. Tijdens een eerste onderzoek in 2011/2012 vonden archeologen 56 grafkuilen van crematiegraven.
-
Est - De Steendert
Est - De SteendertIn 1998/1999 vonden vrijwilligers van BATO in het natuurgebied De Steendert bij Est de resten van een Romeinse waterput, bestaande uit een hergebruikte wijnton.
-
Est
EstEr bestond al lange tijd een vermoeden dat pal ten oosten van Est, langs de Karnheuvelsestraat, een nederzetting uit de ijzertijd en Romeinse tijd moest liggen.
-
Opijnen
OpijnenHet dorp Opijnen blijkt al een Romeins-Bataafse voorloper te hebben gehad. In 2006 kwamen bij proefsleuven aan de Oude Zandstraat veel grondsporen van greppels en paalgaten van houten gebouwen tevoorschijn.
-
Opijnen - Elzevier
Opijnen - ElzevierTen noordoosten van Opijnen, op het perceel ‘Elzevier’, zijn in het verleden uiteenlopende Romeinse vondsten gedaan: bot, aardewerk, een ring, een mantelspeld (fibula), een maalsteen, een slingerkogel, een dakpan en een fragment van een altaar.
-
Waardenburg
WaardenburgIn 1992 vond een amateurarcheoloog in een boomgaard bij Waardenburg een bijzondere zilveren armband. De armband is bijna 9 cm in doorsnede en bestaat uit 13 vlakjes met een versiering van ingegraveerde palmtakken.
-
Geldermalsen - Hondsgemet
Geldermalsen - HondsgemetGeldermalsen-Hondsgemet is een van de weinige plekken Nederland waar de volledige ontwikkeling van een inheemse nederzetting in de Romeinse tijd in kaart is gebracht.