Wijchen - Villa Tienakker
Aan de Tienakker in Wijchen is van 1999-2002 een enorm villacomplex opgegraven. Daarbij konden verschillende structuren worden blootgelegd, waaronder een absurd grote tumulus met een diameter van 47 meter, de grootste Romeinse grafheuvel van Noordwest-Europa. Ook vond men veel bouwmateriaal, muurschilderingen, een stenen putgebouw en de mogelijke resten van een heiligdom. Losse vondsten zoals munten, sieraden en twee prachtig versierde bronzen kranen tonen de luxe van de villa aan. De villa is gebouwd rond het jaar 100. In de laat-Romeinse tijd dienden de resten van de villa waarschijnlijk als wachtpost, bewaakt door Franken in Romeinse dienst.
Plattegrond van het opgegraven deel van de Tienakker met sporen uit de 2e/3e eeuw: links de tumulus, rechts het putgebouw, boven het mogelijke heiligdom en midden onder de projectie van het mogelijk hoofdgebouw. (Heirbaut & v. Enckevort 2011, bewerking RomeinenNU)
Impressie van de villa aan het Wijchens Meer, met rechts het putgebouw en links de enorme grafheuvel. (Tekening Mikko Kriek)
Jammer genoeg is het belangrijkste gebouw – het hoofdgebouw –niet gevonden. Dit gebouw lag volgens de opgravers mogelijk tussen de tumulus en het stenen putgebouw, op een deel van het terrein dat in 1971 is afgegraven voor zandwinning. Om een idee te krijgen van de omvang en de luxe van het hoofdgebouw, heeft men de naburige Romeinse villa uit Plasmolen [link] geprojecteerd op de opgravingsplattegrond, maar dan 60 meter breed in plaats van 84 meter. De ligging aan het huidige Wijchens Meer is geen toeval: in de Romeinen tijd was dit nog een bevaarbare zijtak van de Maas.
De link met de Maas blijkt ook uit de herkomst van het bouwmateriaal van de villa: de bouwers van de villa kochten dakpannen uit de omgeving van Maastricht, grauwacke uit de Ardennen en zandsteen uit de Maasstreek. Een van de vondsten op het terrein, het handvat van een bronzen sleutel in de vorm van een paardenhoofd, geeft misschien een aanwijzing over de eigenaar van de villa. Misschien was het een veteraan van de Bataafse hulptroepen, die immers bekend stonden om hun vechtkunsten te paard. Misschien ook werden er op het villaterrein paarden gefokt.
Bronzen handvat van een sleutel, in de vorm van een paardenhoofd. (Bureau Archeologie Gemeente Nijmegen, Rob Mols)