Ga naar inhoud

Ontspanning en vermaak

Lesmodule - Achtergrondinformatie

Een tijd zonder televisie en computers, je kunt je het nu bijna niet voorstellen. Maar de Romeinen misten het niet, want ze hadden er nog nooit van gehoord. Dat zou pas 2000 jaar later worden uitgevonden. Maar wat deden de Romeinen dan wel in hun vrije tijd?

Romeinen gingen graag naar het badhuis. Vooral rijke mensen, maar ook armere mensen konden er heen, want bezoek aan een openbaar badhuis was meestal gratis. Vrouwen konden een bad nemen op speciale tijden. Iedereen ging hartstikke bloot, daar deden de Romeinen niet moeilijk over. In het badhuis kon je ook sporten of je laten masseren. Je kon er lekker kletsen met bekenden en onbekenden. Sommige badhuizen hadden een bibliotheek.

Een van de baden in een Romeins badhuis.


Gevechten van gladiatoren waren erg populair in de Romeinse tijd.

Rijke mensen hadden in hun villa een privé-badhuis. Steden hadden grote openbare badhuizen, waar honderden of zelfs duizenden bezoekers tegelijk konden baden. Het waren geen zwembaden, want zwemmen konden de meeste mensen niet. Je kunt het beter vergelijken met een sauna. Je had drie soorten baden: met koud water, lauw water en warm water. En soms nog een stoombad. Romeins badhuizen bestaan nog steeds, maar niet in Nederland. Wel in Turkije, daar kennen ze het onder de naam hammam.

Een andere geliefde bezigheid was een bezoek aan het circus. In de Romeinse tijd had dat een andere betekenis dan nu: het was een stadion voor paardenrennen. Je kon ook naar het amfitheater om naar gevechten van gladiatoren te kijken. In Nijmegen stond zo’n amfitheater voor 10.000 bezoekers. Soms moesten gladiatoren tegen wilde dieren vechten. Vreselijk voor de dieren, maar vroeger dachten ze nu eenmaal heel anders over de natuur.

 

Was het dan allemaal zo bloedig? Nee hoor, de Romeinen hielden ook van toneel. Er waren voorstellingen in speciale theaters, of in het amfitheater. Er werd ook al aan sport gedaan. De sporten in die tijd waren allemaal individuele sporten, zoals hardlopen, speerwerpen en worstelen. Elke grote stad organiseerde eens in de paar jaar een soort Olympische Spelen. De winnaars verdienden goed en werden gezien als helden. Sporten die je met meerdere mensen deed, zagen de Romeinen als spellen. Die speelden ze op straat.

De Romeinen deden ook graag spelletjes. Vooral dobbelen was heel populair. Kinderen speelden vaak het notenspel, waarbij je noten in een amfoor moest gooien. Ze kenden verschillende bordspelen, zoals het molenspel. Dat bestaat nu nog steeds! Ook speelden ze wat ingewikkeldere bordspelen, zoals het ‘soldatenspel’ of ludus latrinculorum. Archeologen vinden overal in het Romeinse rijk speelsteentjes, ook in Nederland. Het bewijst dat onze verre voorouders best zonder computer konden.


Dit meisje speelt het bikkelspel. Als bikkels gebruikten de Romeinen botjes van schapen of geiten.

Lessuggestie

Verdieping bij het thema