Ga naar inhoud

Romeinse Limes

Lesmodule - Achtergrondinformatie

De Romeinen kwamen oorspronkelijk uit Rome. De keizers waren er de baas en die wilden heel veel land in hun bezit hebben. Hiervoor stuurden ze militairen vanuit Rome alle kanten op. Zo kwamen de Romeinen ook terecht in het gebied waar tegenwoordig Nederland en Duitsland liggen.

Het Romeinse Rijk was enorm groot. Als je het vergelijkt met nu, lag het op het grondgebied van zo’n 45 verschillende landen. De grens om het hele rijk was heel lang, meer dan 5.000 kilometer. Hij liep van Marokko via Syrië en Turkije naar Engeland. Die grens noemen we de Limes (spreek uit als lie-mes).

Grens van het Romeinse Rijk tijdens de hoogtijdagen.


Impressie van Romeins fort Nigrum Pullum, gevonden in Zuid-Holland.

De Romeinen hebben niet heel Noord-Europa veroverd. In het noorden woonden Germanen en die waren lastig te verslaan. Zo bleven de Romeinen steken bij een rivier in het midden van ons land, de Rijn. Deze rivier werd de grens van het Romeinse Rijk in het noorden. Die loopt dwars door Nederland en door een stukje van Duitsland. We noemen dit stuk van de grens de Neder-Germaanse Limes omdat hier in de Romeinse tijd de provincie Neder-Germanië lag.

Om de Limes te bewaken, bouwden de Romeinen forten en wachttorens langs de Rijn. Het belangrijkste fort, voor een heel legioen van 5.000 man, lag in Nijmegen. Ook in Valkenburg (ZH) is pas geleden zo’n legioenfort ontdekt. Daarnaast lagen er langs de Rijn kleinere forten, waar eenheden van 500 militairen in konden. Vaak kwamen die soldaten van heel ver: uit Engeland, Spanje, Bulgarije en zelfs uit Noord-Afrika.

Naast elk fort lag een kampdorp of vicus. Hier woonden handelaars die spullen verkochten aan de soldaten, en ook ambachtslieden die ijzer konden smeden en schoenen maakten van leer. De meeste kampdorpen hadden ook een badgebouw. En als de soldaten van het fort naar een kroeg wilden, kon dat ook in de vicus.

Tussen de forten legden de Romeinen een weg aan. Ook zorgden de Romeinen dat je goed kon varen over de Rijn. Ze groeven kanalen en legden kades en havens aan. Dat hoort ook allemaal bij de Limes.

De grens was niet potdicht afgesloten, dat kon ook helemaal niet. De Romeinen waren niet zo bang dat de Germanen plotseling zouden binnenvallen. Wel wilden ze alles in de gaten houden en heel graag aan iedereen laten zien wie in hun gebied de baas was. De Limes was een grens, maar ook een zone van uitwisseling met volkeren buiten het Romeinse Rijk. Zo profiteerde iedereen van de handel.

 

 


Romeinse wachttoren tussen de Rijn en de weg.

Lessuggestie

Verdieping bij het thema