Ga naar inhoud

Een wereld vol goden

Lessuggestie

Een wereld vol goden - Achtergrondinformatie

De Romeinen vereerden honderden goden en godinnen. Ze beeldden deze goden af als menselijke figuren. De meeste goden zijn te herkennen aan de verschillende voorwerpen (attributen) die ze bij zich droegen. Voor belangrijke goden bouwden de Romeinen een eigen tempel. Binnen in de tempel stond een beeld van de god. Alleen een priester mocht hier naar binnen. Buiten op het tempelterrein stond een altaar. De bevolking kwam hier samen om op het altaar offers te brengen voor de god, maar ook om met elkaar te praten en te handelen.

De Germanen en Kelten vereerden hun eigen goden. Ze gaven hun goden geen menselijk uiterlijk. Ook kenden ze geen tempels om hun goden te vereren. Wel brachten ze offers aan hun goden. De Germanen en Kelten hadden vaak heiligdommen in de natuur, bijvoorbeeld in het bos en op plekken bij rivieren en moerassen. Ze offerden vaak door spullen in het water te gooien. Daar zijn archeologen tegenwoordig heel blij mee, want zo bleven veel voorwerpen bewaard.


De Romeinse tempels zagen er in het hele Romeinse Rijk ongeveer hetzelfde uit.


Beeldje van de Romeins-Keltische god Hercules Magusanus.

Met de komst van de Romeinen naar ons land veranderde de godsdienst van de Kelten. Volgens de Romeinen vereerden de Kelten dezelfde goden als zijzelf, alleen hadden ze bij de Kelten een andere naam. De Romeinen losten dit eenvoudig op door de goden een dubbele naam te geven. Zo zijn in Elst (Gelderland) en Empel (Noord-Brabant) resten van tempels gevonden voor de god Hercules Magusanus, een versmelting van de Romeinse god Hercules met de plaatselijke god Magusanus.

De Germanen ten noorden van de Rijn bleven hun eigen goden aanbidden, daar kwam niks Romeins bij. We weten niet zo goed welke goden dat waren en hoe ze die vereerden, want de Germanen schreven zelf niets op. Wat we over de Germanen weten, komt van Romeinse schrijvers. En die waren niet helemaal neutraal als ze over Germanen schreven.

In Domburg (Zeeland) zijn de resten gevonden van een tempel die is gewijd aan Nehalennia. Zij was een Keltische godin. Voor de kust zijn honderden altaarstenen voor Nehalennia gevonden, wat bewijst dat ze heel populair was. Om haar wat Romeinser te maken, plakte men het woordje Dea (godin) voor haar naam.

De altaren voor Dea Nehalennia vertellen ook iets over de manier waarop de Romeinen hun goden vereerden. Als je bijvoorbeeld op reis ging of erg ziek was, dan vroeg je een van de goden bescherming of hulp. Als het allemaal goed afliep, en als je rijk genoeg was, liet je als dank een altaarsteen maken met daarop een gebeitelde tekst waar de god werd bedankt. Ook op andere plekken in Nederland zijn heel wat van zulke stenen teruggevonden.

In Colijnsplaat (Zeeland) is de daar gevonden tempel voor Nehalennia nagebouwd.

Beeldje van de Romeinse god Mercurius, gevonden in de Waal bij Nijmegen en van een godin, waarschijnlijk Venus, gevonden in Leiden.

Tot slot zijn er in het hele Romeinse Rijk beeldjes gevonden van goden. Soms waren ze van brons, soms van aardewerk. Romeinen hadden thuis vaak een plek waar ze dit soort beeldjes neerzetten. Een privé-heiligdom dus.

Een wereld vol goden - Download het lesmateriaal

Tips en weetjes

Beeld van de godin Epona

Van de goden en godinnen die lang geleden in de Lage Landen vereerd werden, is niet veel bekend. Op de website godenvaneigenbodem.nl zijn beschrijvingen van een aantal Germaanse, Keltische en (deels) Romeinse goden en godinnen te vinden.