Ga naar inhoud

Column | Vrouwen naar de archeologische top

Door Ria Berkvens Ongelijkheid tussen man en vrouw is van alle tijden. Ria Berkvens (regioarcheoloog Zuidoost-Brabant) vertelt over de verhoudingen tussen man en vrouw binnen de archeologie en het Romeins verleden.

Internationale Vrouwendag

Als ik dit schrijf op Internationale Vrouwendag, is er discussie over de nog altijd sterke ongelijke verdeling van man-vrouw in de top van het bedrijfsleven. “Bedrijven doen te weinig om vrouwen aan de top te krijgen”, aldus minister Van Engelshoven. Deze ongelijkheid tussen man en vrouw geldt ook voor het archeologische werkveld en lijkt maar langzaam te veranderen. Ook als we kijken naar de Romeinse archeologen in Nederland. Afgaand bijvoorbeeld op de sprekers op de Romeinendag van de Vrije Universiteit Amsterdam in de afgelopen tien jaar, is het percentage vrouwelijke sprekers gemiddeld nooit hoger geweest dan 25%. Opvallend, omdat er toch voldoende vrouwelijke academica afgestudeerd en gespecialiseerd zijn in de Romeinse tijd. Zou de combinatie van wetenschap en kinderen te lastig zijn? Het vraagt namelijk nogal wat flexibiliteit van je baan en tijd van je gezin om bij te blijven als wetenschapper in de archeologie. Dat zal niet voor iedereen makkelijk zijn.

Oogst voor Malta

Zelf ben ik in 1995 in Nijmegen afgestudeerd in de Romeinse archeologie en inmiddels al 20 jaar fulltime werkzaam in de archeologie, mét drie kinderen. Als regioarcheoloog van Zuidoost-Brabant kom ik ‘mijn periode’ in opgravingen in Zuidoost-Brabant jammer genoeg lang niet altijd tegen. Het merendeel van de opgravingen levert informatie op uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Het was dan ook een verademing dat ik me de afgelopen jaren, naast mijn drukke werk, mocht bezig houden met de Romeinse tijd tijdens het onderzoek naar de locatiekeuze en bewoningsdynamiek in oostelijk Noord-Brabant. Met dit syntheseonderzoek kwam ik ook tot de conclusie dat mijn kennis op het gebied van de Romeinse tijd nogal achterliep en dat het enorm veel (vrije) tijd en energie kost om tegenwoordig bij te blijven door alle opgravingen en rapportages die in snel tempo voorbij komen. Als net afgestudeerde lijkt het me tegenwoordig een bijna onmogelijke opgave om alle archeologische onderzoeken van een bepaalde regio tot je te nemen. Het project Oogst voor Malta dat in 2012 door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed werd gestart, biedt voor studenten duidelijk uitkomst, omdat hierin de resultaten van al dat Malta gerelateerde archeologische onderzoek van afgelopen jaren wordt samengevat en waarin kort de nieuwste inzichten in kennis aan bod komen.

Man-vrouw balans

Een ongelijke verdeling van man en vrouw gold ook al in de Romeinse tijd. Het Romeinse rijk was overwegend een mannenwereld, waar vrouwen uitgesloten waren van politiek, rechtspraak en het militaire apparaat. Alleen welgestelde rijke Romeinse vrouwen hadden meer geluk. Zij genoten onderwijs tot hun huwelijk, mochten scheiden van hun man, onder voorwaarden grond bezitten en deelnemen aan het openbare leven, bijvoorbeeld door als weldoenster een markthal te laten bouwen of als priesteres. In vergelijking met de periode vanaf de Romeinse tijd tot ver in de 20e eeuw waren Romeinse vrouwen echter ver hun tijd vooruit en kunnen we ze zeker zien als "geëmancipeerd". Net zoals deze vrouwen een belangrijke bijdrage leverden aan de Romeinse maatschappij, denk ik dat dit ook geldt voor de vrouwelijke archeologen in het huidige Nederland. Er is echter nog wel een stap te maken. Een betere man-vrouw balans aan de top is wenselijk voor de ontwikkeling van de archeologische discipline; meer diversiteit kan ruimte bieden aan andere perspectieven en onderzoeksthema’s. Vrouwen kunnen daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan het wetenschappelijke onderzoek naar de Romeinse tijd in Nederland. Om echte wetenschapper te zijn met de prestaties die daarbij horen, moet je echter best veel inleveren. Maar waar een wil is, is een weg. Ik zou zeggen, ga ervoor!