Ga naar inhoud

Column | Moeder van het kamp: Julia Domna aan de Rijngrens

Door Liesbeth Claes - Een korte inscriptie op een sokkel meldt ons dat de legionairs van het eerste legioen Minervia  Antoniniana Pia Fidelis, gelegerd te Bonn, een standbeeld aan diva Julia opgedragen hebben. Het standbeeld zelf is verloren gegaan. Deze diva Julia is Julia Domna, echtgenote van keizer Septimius Severus. Na haar zelfmoord werd ze door haar neef, de beruchte keizer Elagabalus, vergoddelijkt. Julia is de enige keizerin voor wie er zo’n ere-inscriptie aan de noordelijke grens bekend is. Maar waarom waren de soldaten in onze streken zo dol op haar?

Soldatenmoeder

Julia Domna kwam uit de koninklijke familie van Emesa (het huidige Homs te Syrië) waar haar vader hogepriester van de zonnegod El-Gebal was. Ze huwde met Septimius Severus, een Libiër, die niet veel later keizer van het Romeinse rijk werd. Als nieuwkomer probeerde Septimius zich zo veel mogelijk te spiegelen aan de Antonijnse keizerlijke dynastie, die aan hem vooraf ging. Hij presenteerde zichzelf als de broer van de laatste Antonijnse keizer, Commodus, en hernoemde zijn oudste zoon Antoninus.

Ook Julia Domna trad in de voetsporen van haar voorgangers. Met name Faustina de Jongere, de vrouw van keizer Marcus Aurelius.  Al snel nam Julia Domna de titel mater castrorum aan, “moeder van de legerkampen”. Keizerin Faustina de Jongere was de eerste Augusta die deze titel gekregen had. Een beloning van haar echtgenoot Marcus Aurelius, als dank dat ze hem overal vergezelde op zijn militaire campagnes en daarbij in de legerkampen aan de grenzen verbleef. Toch bleef deze titel bij Julia Domna geen loze eer. Ook zij vergezelde haar echtgenoot naar de legervestigingen aan de rijksgrenzen.

Filosofen en kunstenaars

Hoewel de antieke literatuur er niet over uitweidt, blijkt uit inscripties aan de Rijngrens dat Julia Domna graag gezien werd door de aldaar gelegerde soldaten. Tijdens de regering van haar echtgenoot wordt ze samen met hem en hun twee zonen Caracalla en Geta vermeld op de inscripties van een standbeeldsokkel en twee wij-altaren, opgericht door de soldaten. Op deze inscripties prijkt ofwel haar titel mater castrorum ofwel wordt ze als “moeder van de keizers” (mater Augustorum) geëerd – een verwijzing naar het feit dat haar zonen in hun vaders voetsporen zouden treden als keizers van het Romeinse Rijk. Na de dood van Septimius trekt Julia Domna zich terug uit het militaire en politieke leven. De antieke literatuur meldt ons dat ze zich in Rome laat omringen door filosofen en kunstenaars. Toch blijft Julia Domna, als moeder van keizer Caracalla, een grote aantrekkingskracht uitoefenen op de soldaten van de Rijngrens.

Eretitels

Verschillende inscripties worden voor haar en Caracalla opgericht. Steevast prijkt haar titel “moeder van de legerkampen” op deze inscripties, hoewel ze Rome wellicht nooit meer verlaten heeft. Daarnaast zijn er ook twee inscripties overgeleverd die Julia Domna alleen eerden. De eerste inscriptie werd opgericht door de legionairs van het tweeëntwintigste leger Antoniniana Primigenia Pia Fidelis uit Mainz. Naast mater castrorum sieren ook Julia Domna’s andere eretitels op deze votiefsteen: “moeder van de senaat” (mater senatus) en “moeder van het vaderland” (mater patris). Het vierentwintigste cohors voluntariorum Antoniniana civium Romanorum richtte een tweede inscriptie voor Julia Domna op. Deze inscriptie stond wellicht op de sokkel van een standbeeld van haar dat opgesteld stond in het legerkamp van Murrhardt. Ook de hulpsoldaten van het vierentwintigste cohors betitelen Julia Domna met al haar eretitels

Rijke dames

Nadat haar zoon Caracalla in 217 vermoord werd en opgevolgd door de ridder Macrinus, pleegt Julia Domna zelfmoord. Een jaar later kan haar oudere zus Julia Maesa met haar dochters Julia Soaemias en Julia Mamaea de Severische dynastie herstellen. De zonen van Julia Soaemias en Julia Mamaea, Elagabalus en Alexander Severus, worden na elkaar de opeenvolgende keizers. De antieke literatuur verhaalt dat deze Severische vrouwen veel geld uitdeelden aan de Romeinse soldaten in het Oosten om hun loyaliteit te winnen. Of de soldaten in het noorden dezelfde privileges kregen is niet te achterhalen, maar voor de grootmoeder en moeders van Elagabalus en Alexander Severus zijn weinig tot geen militaire ere-inscripties aan de Rijngrens gevonden. Hoewel het aantal inscripties voor Julia Domna ook niet heel groot is, geeft het wel een indruk van de populariteit die Julia Domna genoot bij de Rijnsoldaten. De speciale wij-inscriptie na haar dood benadrukt dit des te meer.