Ga naar inhoud

Een rivier als grens

| Mylène Klaasen

Impressie van de Rijn, het fort bij Carvium en de dam van Drusus. Tekening Mikko Kriek

De grens van het Romeinse Rijk wordt op het vasteland van Noord-Europa grotendeels door rivieren gevormd, namelijk door de Donau en de Rijn. Alleen al in het gebied dat nu Nederland heet, was de grens dus zo’n 150 kilometer lang. Maar vormt een rivier eigenlijk wel een handige grens? Je zou deze vraag misschien niet verwachten, want als je te voet een rivier of zelfs maar een slootje tegenkomt, ben je zonder brug niet zomaar aan de overkant. Toch wordt er over het antwoord op deze vraag al decennia door historici gediscussieerd.

Nadelen van een rivier als grens

Sommige historici zijn van mening dat rivieren slecht te verdedigen zijn. Zij stellen dat een rivier eenvoudig is over te steken en dat het onmogelijk is om voortdurend een rivier over zijn volle lengte in de gaten te houden. Dit zou veel manschappen vereisen en het aantal manschappen langs de Limes was maar beperkt. Dit betekent dat als een vijand de rivier overstak, de Romeinen soms een aardig eind moesten afleggen om bij dat punt te komen nadat ze door de soldaten van de wachttorens waren gewaarschuwd. De gemiddelde afstand tussen de forten langs de Neder-Germaanse Limes is namelijk 10 km. Een slimme vijand die tussen twee forten de oversteek waagde, was dus zo’n 5 km van de dichtstbijzijnde forten verwijderd. Aangezien een gemiddelde hardloper over 5 km een half uur doet (en dit is op een verharde weg zonder wapens) zal het geruime tijd hebben geduurd voordat de soldaten bij hun vijand konden aankomen.

Grenszone in plaats van grenslijn

De meesten van deze historici zijn dan ook van mening dat de forten eerder bedoeld waren om transportschepen op de rivier te verdedigden dan het achterliggende land. Ook menen zij dat als antieke auteurs rivieren als grenzen beschrijven, ze dit doen uit praktisch oogpunt (een rivier is duidelijk herkenbaar), maar dat ze niet overeenkwamen met de daadwerkelijke politieke en militaire grenzen. Zij wijzen er onder andere naar dat archeologische vondsten Romeinse aanwezigheid en invloed tonen voorbij de grenzen. Dit is waarom zij voorstellen het gebied te zien als een grenszone in plaats van als een grenslijn.

Voordelen van een rivier als grens

Toch zijn er ook historici die van mening zijn dat rivieren wel degelijk goed verdedigbare grenzen vormden. Zij menen dat antieke auteurs de rivieren wel als echte grenzen met een beschermende functie beschreven. De Romeinse generaal Caesar schreef tijdens een van zijn veldtochten bijvoorbeeld hoe hij ervoor koos om zijn kamp naast een rivier te plaatsen zodat hij aan die kant beschermd was tegen aanvallen.

Deze historici wijzen er juist op dat een oversteek meestal helemaal niet zo eenvoudig was en op de meeste plekken zelfs bijna onmogelijk. Zo was de Rijn tussen Vechten en Katwijk wel zo’n 40 tot 100 meter breed en kon wel 7 meter diep zijn. Je was dus zeker niet zomaar even aan de overkant en de Romeinen zullen net als hun vijanden hebben geweten op welke plekken een oversteek het beste mogelijk was en deze extra in de gaten hebben gehouden.

Overbrugbare grens

Dat de Romeinen zich regelmatig voorbij de rivieren begaven, hoeft ook niet per se te betekenen dat ze hen niet als grens zagen. Tegenwoordig blijft een leger binnen de eigen landsgrenzen om oorlog met naburige landen te voorkomen, maar dit gold niet voor de Romeinen. Voorbij de Rijn bevond zich geen naburig Rijk, maar slechts verspreid levende ‘stammen’. De Romeinse administratie hield op bij de rivieren, maar dat weerhield hen er niet van om over te steken; de Romeinen zagen zichzelf immers ook maar wat graag als heersers over de hele wereld.

Locaties forten

Vanaf het huidige Bonn werden alle forten ook alleen aan de zuid-/westzijde van de Rijn gebouwd, direct aan het water, terwijl boten kwetsbaar bleven voor aanvallen vanaf de noord-/oostelijke oever. Bij de keuze voor de locatie van de forten lijkt de grondsoort en hoogte ten opzichte van de rivier weinig te hebben uitgemaakt, wat betekent dat veel forten regelmatig met wateroverlast te maken zullen hebben gehad. Bijna alle forten zijn gebouwd langs of tegenover natuurlijke (water)routes die vanuit het mogelijk vijandige noorden naar de Rijn toe liepen of van, of naar, de zuidelijker gelegen Maas. Zo was het castellum Traiectum (Utrecht) geplaatst tegenover de plek waar de rivier de Vecht (Flevum) zich van de Rijn afsplitste, het castellum in Woerden tegenover de plek waar de Grecht zich afsplitste en lag het castellum Hoge Woerd (De Meern) vlakbij de afsplitsing van de Oude Rijn in de Heldammer stroom. Het land direct voorbij de rivier in het noorden was onbewoond dus vijanden moesten lange afstanden afleggen om bij de Rijn te komen en deden dat gezien het lastig begaanbare landschap hoogstwaarschijnlijk per boot. Dit lijkt dus de belangrijkste beweegreden achter de keuze voor de locatie van de forten te zijn. Er valt echter moeilijk te zeggen of deze aanvallen bedoeld waren om de zuidelijke oever of de schepen op de Rijn aan te vallen.

Het een hoeft het ander natuurlijk ook niet uit te sluiten: mogelijk werd de Rijn juist als grens gekozen vanwege zowel zijn belang als barrière tegen vanuit het noorden komende aanvallen als ook zijn belang als transportader. Voor beiden valt genoeg te zeggen.

Literatuur

Dinter, M. van, ‘The Roman Limes in the Netherlands: how a delta landscape determined the location of the military structures’, Netherlands Journal of Geosciences 92-1 (2013) 11-32.

Graafstal, Erik, ‘River frontiers or fortified corridors?’, in: Nick Hodgson, Paul Bidwell en Judith Sclachtmann (red.), Roman frontier studies 2009, Proceedings of the XXI International Congress of Roman Frontier Studies (Limes Kongress) held at Newcastle upon Tyne in Augusts 2009 (Oxford 2017) 186-193.

Rankov, Boris, ‘Do rivers make good frontiers?’ in: Z. Visy red., Limes XIX: proceedings of the XIXth International Congress of Roman Frontier Studies held in Pécs, Hungary, September 2003 (Pécs 2005) 175-181.

C.R. Whittaker, Frontiers of the Roman Empire: a social and economic study (Baltimore 1994).