Ga naar inhoud

Verhaal van het Romeinse Rijk

Het verhaal van het Romeinse Rijk is er één van groot, groter, grootst. Figuurlijk: wat begint in Rome, reikt al spoedig tot ver buiten de stadsgrenzen. Maar ook letterlijk: waar begin je eigenlijk als je het verhaal van het Romeinse Rijk wilt vertellen? Doe je dat bij de eerste bewoning van wat later zou uitgroeien tot de stad Rome, in 1000 v.Chr.? En waar eindig je dan? Bij de val van het West-Romeinse Rijk in 476 n.Chr.? Of pas veel later, als ook het Oost-Romeinse Rijk valt?

Het begin: de Koningstijd

Over het algemeen wordt de Koningstijd (ca. 753-509 v.Chr.) beschouwd als het prille begin. Rome is dan nog niet veel meer dan een kleine stadstaat. De geschiedenis van het Romeinse Koninkrijk berust grotendeels op legenden zoals die van Romulus en Remus. Zelfs over het vermeend aantal koningen (zeven) bestaat discussie. Tarquinius Superbus moet de laatste zijn geweest en zijn afzetting luidt in 509 n.Chr. de start van de Republiek in. Het is in dit tijdperk (509-27 v.Chr.) dat Rome uitgroeit van een stadstaat die vooral lokale oorlogen uitvecht tot een wereldrijk dat een groot gedeelte van het gebied rondom de Middellandse Zee in zijn macht heeft. Dit is ook de tijd waarin de Romeinen proberen het huidige Nederland te bezetten. In 57 v.Chr. bereikt Julius Caesar als eerste Romeinse legerleider het zuiden van de Lage Landen.

In de Republiek is het niet langer één man (koning) die de baas is, maar wordt het bestuur gevormd door de senaat, die ieder jaar twee consuls kiest om de Republiek te leiden. Die consuls worden geacht elkaar te controleren om zo  alleenheerschappij te voorkomen, maar het draait uit op een vrijwel continue machtsstrijd. Deze mondt vervolgens uit in een nieuwe periode van alleenheerschappij, het Romeinse Keizerrijk (27 v.Chr.-476 n.Chr.).

Op weg naar een Keizerrijk

Hoewel oud-consul en veldheer Julius Caesar als ‘dictator voor het leven’ (dictator perpetuus) zou kunnen worden gezien als de grondlegger van het Keizerrijk, is diens achterneef Octavianus de eerste keizer van het Romeinse Rijk. Octavianus trekt op handige wijze alle macht naar zich toe en verandert zijn naam in Augustus (‘de Verhevene’). Er breekt een periode aan vol intriges en machtsstrijden. Illustratief daarvoor is het beroemde Vierkeizerjaar 68-69 n.Chr. , waarin liefst vier keizers elkaar in korte tijd opvolgen. Je zou het Keizerrijk kunnen omschrijven als een absolute monarchie, maar er zijn ook historici die vanwege de prominente rol van het leger spreken van een militaire dictatuur.

Het Rijk op zijn grootst en het verval daarna

Het is in de tijd van het Keizerrijk – om precies te zijn als Traianus aan de macht is (98-117 n.Chr.) – dat het Romeinse Rijk op zijn grootst is. Het omvat dan het gehele Middellandse Zeegebied en een groot gedeelte van West-Europa, de Balkan én het Midden-Oosten. Mede door die enorme omvang raakt het rijk in de eeuwen daarna steeds meer in verval: het is simpelweg onbestuurbaar geworden. Het leidt in de 4de eeuw tot het uiteenvallen in het West-Romeinse Rijk en het Oost-Romeinse Rijk. De hoogtijdagen van het Romeinse Rijk zijn dan voorgoed voorbij. Het West-Romeinse Rijk valt definitief in 476, het Oost-Romeinse Rijk (ook bekend als het Byzantijnse Rijk, met Constantinopel – het huidige Istanboel – als hoofdstad) gaat zijn eigen weg en blijft nog tot 1453 bestaan.

Het Romeinse Rijk in vogelvlucht

Meer lezen over de lange geschiedenis van het Romeinse Rijk? Dat kan bijvoorbeeld hier en hier.