Ga naar inhoud

De Romeinse Limes in Nederland

2000 jaar geleden, van ongeveer 40 tot 400 na christus, liep de grens van het grote Romeinse Rijk midden door wat nu Nederland is. De rivier de Rijn was de grens van het Romeinse Rijk in Nederland. Wij noemen deze grens nu Limes. Limes betekent in het Latijn (de taal van de Romeinen) grens of pad. De Rijn was niet alleen de grens, maar ook een belangrijke transportrivier voor de Romeinen. Zo konden de Romeinen hun voorraden aanvoeren. Het was ook de snelste weg naar Engeland.

Langs de Limes

Om hun grens goed te kunnen bewaken, bouwden de Romeinen overal langs de Limes forten en wachttorens. Zo’n fort bood plaats aan 500 soldaten. De meeste tijd was het vrij rustig langs de Limes in ons gebied. Daarom zullen de forten niet helemaal vol hebben gezeten. Maar als er een aanval dreigde, dan moesten de soldaten in actie komen! Ze moesten zichzelf en hun spullen snel kunnen verplaatsen. Daarom legden ze tussen de forten goede, stevige wegen aan. Die goede wegen waren ook gemakkelijk voor de handel.

Impressie van Romeins fort bij Valkenburg, gevonden in Zuid-Holland. Het fort ligt aan de Rijn.

Impressie van de Romeinse legerplaats bij Nijmegen die ruimte bood aan 5000 soldaten.

Romeinse legerplaatsen

De wegen waren ook handig voor het bevoorraden van de forten waar de soldaten woonden en werkten. Zo’n fort had een rechthoekige vorm en werd beschermd door hoge muren. Eerst waren deze muren van hout, later van steen. Op elke hoek stond een wachttoren. Om de legerplaats lagen twee of drie brede grachten.

In de legerplaats zelf lagen gebouwen waar de soldaten sliepen, werkplaatsen, een ziekenzaal voor gewonde soldaten, schuren waar voorraden werden opgeslagen en stallen voor de paarden. In de meeste forten woonden een paar honderd Romeinse soldaten. Maar bij Nijmegen bouwden de Romeinen een fort voor een heel legioen, dat zijn wel 5.000 soldaten!

Leven langs de Romeinse Limes

De Romeinen hadden de wachttorens en forten langs de Limes gebouwd om de grens te kunnen verdedigen. Maar er werd niet constant gevochten. Integendeel, het was eeuwenlang rustig en vredig langs de grens. De Romeinse soldaten en de oorspronkelijke volkeren leefden vaak zonder problemen samen in dit gebied. Ze handelden over en weer en namen elkaars gebruiken en gewoontes over. Naast elk fort lag een kampdorp of vicus. Hier woonden handelaars die spullen verkochten aan de soldaten, en ook ambachtslieden die ijzer konden smeden en schoenen maakten van leer.

Naast elk fort lag een kampdorp, een vicus. De meeste huizen in de vicus lagen langs één weg. Veel huizen hadden een winkeltje aan de voorkant.