Ga naar inhoud

Jackpot: geluksvondsten onder het Domplein

| Hadewijch Zwart

Veel steden in Nederland kennen een lange geschiedenis. Vaak zonder dat ze het weten, wandelen stadsbewoners over straten en pleinen waar honderden jaren geleden ook al mensen liepen. Sommige steden ontstonden vanuit Romeinse legerplaatsen die zich langs de limes, de grens van het Romeinse Rijk, bevonden, zoals Nijmegen en Utrecht. De limes was in Nederland geen muur, zoals de muur van Hadrianus, maar een riviergrens. Het water vormde een natuurlijke afbakening waarachter de Romeinen een pad aanlegden, wachttorens, forten en legerplaatsen bouwden. De loop van deze wegen wordt soms nog steeds gebruikt, met de oude limesweg al dan niet veilig daaronder verborgen. 



Eeuwenoude steden vormen voor archeologen bij uitstek een bron van nieuwe kennis over het verleden. Een probleem is echter dat deze plekken al 2000 jaar bewoond zijn. Het Romeinse verleden ligt vaak diep in de grond verborgen, onder bijvoorbeeld een winkelcentrum, een kerk of een ander volgebouwd stukje grond. Als archeoloog mag je helaas niet zomaar in een stad gaan graven, je moet geluk hebben. Dat geluk bestaat bijvoorbeeld uit het toeval dat ergens toch gebouwd of gegraven moet worden en er gelegenheid is om te onderzoeken welke bodemschatten er kunnen liggen. Wanneer je geluk hebt, komt er plotseling bijvoorbeeld het Romeinse verleden boven drijven. 

Zo ook bij het Domplein in Utrecht. 2000 jaar geleden lag op de zelfde plek als het Domplein nu ligt het castellum traiectum. Het woord traiectum komt van het Latijnse woord traiectus en betekent ‘oversteek plaats’. Je herkent het ook in het Nederlandse woord traject. Misschien is zelfs de naam Utrecht (trecht = traiect) terug te leiden op traiectum. Waarschijnlijk ontstond de naam om een doorwaarbare plek in de rivier aan te duiden. Veel bekende steden ontstonden op plaatsen waar je een rivier gemakkelijk kon oversteken. Denk maar aan Rome en de Tiber of Parijs en de Seine. 

Het castellum ontstond waarschijnlijk rond het jaar 50 n. Chr. onder bevel van de Romeinse keizer Claudius. Hij gaf opdracht de grens tussen de Romeinse provincie en de barbaarse stammen ten noorden van de rivieren af te bakenen. Deze afbakening was de limes.  In 69 n. Chr vernietigden de Bataven het castellum tijdens de Bataafse opstand. In de lagen archeologische resten bewijst een brandlaag de vernielingen die de Bataven onder leiding van de Bataafse leider Julius Civilis aanrichtten. Toen de opstand was neergeslagen, bouwden de Romeinen het legerkamp weer op. Rond 200 n. Chr. werd het fort vergroot en kreeg het zelfs stenen muren. Het stenen fort is in gebruik gebleven tot in de vierde of vijfde eeuw. Een Angelsaksische monnik genaamd Willibrord bouwde op dezelfde plek de eerste kerk in 695. Deze kerk is de voorganger van de huidige Dom.

Het Romeinse verleden lag stilletjes te wachten, tot negentig jaar geleden. In 1927 werden namelijk het Domplein en de Domtoren herbouwd en al snel stuitten de gravers op Romeinse resten. Onder leiding van de archeoloog A.E. van Giffen werd er tot 1949 opgegraven. Ondanks deze opgravingen is er nog maar 5% van de Romeinse resten ontdekt. Nog genoeg kansen voor de toekomstige archeologen dus. 

Tegenwoordig geeft de bestrating en koperen platen in de straten rondom het Domplein de randen van het castellum weer. In DOMunder kan iedereen die het wil oog in oog staan met het verleden. Je speurt met een zaklamp in de lagen geschiedenis onder de Dom, niet alleen over de Romeinse tijd, maar ook de Middeleeuwen komen aan bod. Wanneer je wil weten hoe een Romeins legerkamp er vroeger ongeveer uitzag, kan je je hart ophalen bij Castellum Hoge Woerd in De Meern of fort Fectio in Vechten.

In de Maand van de Geschiedenis, oktober 2017, staat het thema Geluk centraal, en kun je meer te weten komen over de gelukkige vondsten uit de Romeinse tijd. Zoals in de provincie Utrecht.